17629 |
nek |
nek:
nɛk (P056p Stokrooie)
|
Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b]
I-9
|
25595 |
netvloeistof |
melk:
mølǝk (P056p Stokrooie),
water:
wętǝr (P056p Stokrooie)
|
Vloeistof die dient voor het bevochtigen van de bovenzijde van het deegbrood. In dit lemma zijn alleen de benamingen opgenomen die een vloeistof of vloeibare substantie aanduiden. Naast een vloeibaar middel gebruikt men ook wel eens een vast product blijkens de opgaven suiker (Q 121), ei (L 269, Q 117a), aardappelenmeel (K 278, L 383, Q 97), bloem (Q 95). Deze laatste benamingen zijn niet verder in dit lemma opgenomen. Daarnaast zijn er allerlei combinaties van een vloeistof met een andere vloeistof of een vast product mogelijk zoals: water waarin wat suiker of ge-klopt eiwit (L 427), meel en water (L 291, Q 35), aardappelmeel met water (L 292, 321, 330, Q 121e), koffie en melk (Q 12), geklopt ei met melk (L 432), witte bloem met water (L 377), eiwit en water (Q 18), zemelen en water (L 270). Deze combinaties zijn ook niet fonetisch gedocumenteerd. Uiteindelijk valt het lemma uiteen in twee groepen. De ene groep bevat algemene benamingen voor "netvloeistof", de tweede groep geeft de benamingen van een bepaald soort vloeistof of vloeibare substantie die als "netvloeistof" gebruikt wordt. [N 29, 40c; N 29, 40d; monogr.]
II-1
|
20482 |
nicht |
nicht:
nicht (P056p Stokrooie)
|
nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
18122 |
nijdnagel |
nijwortel:
neiwortel (P056p Stokrooie)
|
ik heb een nijdnagel (waar de huid langs de vingernagel inscheurt) [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
25560 |
nog niet uitgerezen deeg |
nog niet genoeg aan de gang:
nǫx ni gǝnox ønnǝ gaŋk (P056p Stokrooie)
|
[N 29, 26a; monogr.]
II-1
|
19455 |
noodbed, kermisbed |
paljas:
pəljas (P056p Stokrooie)
|
noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)]
III-2-1
|
26466 |
noten |
klampen:
klampǝ (P056p Stokrooie),
klossen:
klǫsǝ (P056p Stokrooie)
|
Tapse houten of ijzeren blokjes in de (zeskantige) steenbus van de ligger die met behulp van spieën worden bijgespied. Zie ook afb. 78. De noten (nø̄tǝ) werden volgens de invuller uit l 265 alleen gebruikt in een ijzeren bus voor het bijstellen daarvan. [Vds 120; Jan 131; N O, 16e; N O, 16f; A 42A, 23 add.]
II-3
|
21122 |
noten afslaan |
noten afslaan:
neet âfslaan (P056p Stokrooie)
|
noten afslaan [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|
24903 |
ochtend (vanmorgen |
ochtend:
mergen (P056p Stokrooie)
|
s morgens) [ZND 39 (1942)]
III-4-4
|
24219 |
oeverzwaluw |
zwalver:
vdBerg; omgesp.
zwɛləvər (P056p Stokrooie)
|
overzwaluw (12 lichtbruin boven, van onder wit; broedt met vele tegelijk in gaten in een steile zandkant; niet zo algemeen [N 09 (1961)]
III-4-1
|