e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P056p plaats=Stokrooie

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
etensresten overschot: neverschoot (Stokrooie) hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)] III-2-3
evenaar, tweespanszwenghout dobbele koppel: dǫbǝl [koppel] (Stokrooie) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
evene evie: ē.vi (Stokrooie) Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31] I-4
fatsoenlijk deftig: ⁄n deftige minsch (Stokrooie) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4
fazant fazant: vdBerg; omgesp.  fəzant (Stokrooie) fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)] III-4-1
feest feest: fiest (Stokrooie), het fiest gong door zonder dat er ’n liedje gezongen woord (Stokrooie) Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feestdag van sint-maarten sint-maartens: sint mattes (Stokrooie) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-3
fiets velo: velo (Stokrooie), of beide lettergrepen eens beklemtoond  ⁄n vèlo (Stokrooie) fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fietser velorijder: twee velorijders rijden malkaar voorbij (Stokrooie) De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] III-3-1
fijt fijt: fèt (Stokrooie) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2