20719 |
etensresten |
overschot:
neverschoot (P056p Stokrooie)
|
hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)]
III-2-3
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dobbele koppel:
dǫbǝl [koppel] (P056p Stokrooie)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
32978 |
evene |
evie:
ē.vi (P056p Stokrooie)
|
Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31]
I-4
|
19142 |
fatsoenlijk |
deftig:
⁄n deftige minsch (P056p Stokrooie)
|
Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
24144 |
fazant |
fazant:
vdBerg; omgesp.
fəzant (P056p Stokrooie)
|
fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22431 |
feest |
feest:
fiest (P056p Stokrooie),
het fiest gong door zonder dat er ’n liedje gezongen woord (P056p Stokrooie)
|
Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|
23275 |
feestdag van sint-maarten |
sint-maartens:
sint mattes (P056p Stokrooie)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
velo:
velo (P056p Stokrooie),
of beide lettergrepen eens beklemtoond
⁄n vèlo (P056p Stokrooie)
|
fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
21259 |
fietser |
velorijder:
twee velorijders rijden malkaar voorbij (P056p Stokrooie)
|
De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
18121 |
fijt |
fijt:
fèt (P056p Stokrooie)
|
ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|