| 25107 |
bewolkte lucht |
de lucht zit toe:
de locht zitj toe, dich zūūst gein sterre (L318p Stramproy)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
| 19613 |
bezem |
bezem:
bēsəm (L318p Stramproy),
straatbezem:
Zie tekening:1 (links)
straotbesem (L318p Stramproy)
|
bezem [RND] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 19729 |
bezemsteel |
steel:
stēl (L318p Stramproy, ...
L318p Stramproy)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
| 21270 |
bieden |
bieden:
be.jə (L318p Stramproy)
|
bieden [RND]
III-3-1
|
| 20830 |
bier |
bier:
béér (L318p Stramproy)
|
bier [RND]
III-2-3
|
| 25830 |
bier klaren |
klaarsel derin doen:
klø̄rsǝl dren dōn (L318p Stramproy),
klaren:
klǭrǝ (L318p Stramproy)
|
Bier helder maken door er een klaringsmiddel aan toe te voegen of door het te filteren. [N 35, 82; monogr.]
II-2
|
| 25712 |
biercommies |
commies:
(mv.)
komizǝ (L318p Stramproy)
|
De ambtenaar van de bieraccijns die de brouwerij komt bezoeken. [N 35, 60 add.; monogr.]
II-2
|
| 25833 |
bierkelder |
bierkelder:
bērkęldǝr (L318p Stramproy),
lagerkelder:
lāgǝrkęldǝr (L318p Stramproy)
|
De ruimte waar het bier wordt opgeslagen wanneer het niet direkt aan klanten wordt geleverd. [N 35, 87; monogr.]
II-2
|
| 25831 |
bierklaarsel |
klaarsel:
klø̄rsǝl (L318p Stramproy),
klaringsmiddel:
klǭreŋsmedǝl (L318p Stramproy)
|
Het middel dat aan het bier wordt toegevoegd om dit te klaren. Uit de opgave blijkt dat er nogal veel verschillende middelen door de diverse bierbrouwers worden gebruikt. Volgens P. Chambille de Beaumont (pag. 8) werd in Maastricht gebruik gemaakt van "saliansky". Dit was een klaringsmiddel dat bestond uit de vellen van een vis (saliansky) die uit Rusland werd geïmporteerd. Ook de respondent uit L 210 merkt op dat het "bereidsel" was gemaakt van een Russische vis. Het werd bereid met azijn. Men moest het "bereidsel" kloppen tot het "kort" was, waarna het bij het bier in de ton werd gedaan. De zegsman uit Q 99 vermeldt, evenals P. Chambille de Beaumont, dat de "vislijm" werd aangemaakt in een bierketel en geroerd met een "bezempje", een kort roeachtig voorwerp. De invuller uit Q 99 merkt op dat het klaarsel werd gemaakt van runderbeenderen, terwijl volgens de respondent uit P 180 de "gelatine" werd getrokken uit de poten van koeien. [N 35, 83; monogr.]
II-2
|
| 25769 |
bierpomp |
wortpomp:
wǫrtpomp (L318p Stramproy)
|
De pomp die men gebruikt om de gekookte wort naar de koelbakken te transporteren. [N 35, 35c; N 35, 34a; N 35, 34b; N 35, 34c; monogr.]
II-2
|