e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pantoffel pantoffel: pantŏffele (Stramproy), petoffel (Stramproy) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
pap pap: pap (Stramproy) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
parelen prikkelen: prikkele (Stramproy) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
partij partij/parti: parti (Stramproy) Zestig zakken van veertig kilo bij elkaar. [N O, 38p] II-3
pashamer hamer: hamer (Stramproy) De houten of ijzeren hamer waarmee de paswiggen worden vastgezet. In dit lemma is een onderverdeling gemaakt in a) de hamers die specifiek voor het vastzetten van de paswiggen worden gebruikt, en b) hamers die ook bij andere ambachten gangbaar zijn. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛpaswiggenɛ.' [N O, 23m; A 42A, 29; Vds 235] II-3
pastoor pastoor (<lat.): pəstù.ər (Stramproy) pastoor [RND] III-3-3
paswiggen spieën/spijen: spijǝ (Stramproy) Stukken hout waarmee het pasblok vastgezet kan worden. Zie ook afb. 85. [N O, 23i; N O, 23h] II-3
patates frites frieten: frietten (Stramproy) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] III-2-3
pater pater (lat.): pa.tər (Stramproy) pater [RND] III-3-3
peer, soorten peer: paere (pl) (Stramproy), père (Stramproy) I-7