17767 |
rug |
rug:
rug (L318p Stramproy, ...
L318p Stramproy)
|
rug [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
29289 |
ruggen |
de rug inhogen:
dǝr røx enhǭgǝ (L318p Stramproy),
ruggen:
røgǝ (L318p Stramproy)
|
Opvouwen van pasgeweven doek. Men vouwt het doek dubbel in de lengte en legt de zelfkanten tegen elkaar. [N 39, 138]
II-7
|
17737 |
ruiken |
ruiken:
rūūke (L318p Stramproy)
|
ruiken [DC 53 (1978)]
III-1-1
|
33436 |
ruimte tussen opeenvolgende gebinten |
gebont:
gǝbõntj (L318p Stramproy)
|
Het vak of de ruimte tussen de opeenvolgende gebinten in een stal of in een schuur, die wordt begrensd door de vlakken van twee gebinten en de buitenmuur of door één gebint en twee muren die dan een hoek vormen. Zie afbeelding 18 en de plattegronden bij paragraaf 1.2. Bij driebeukige gebouwen omvat zo''n vak een deel van de middenbeuk en een deel van de zijbeuken. Bij éénbeukige gebouwen kan begripsverwarring ontstaan met de ruimte tussen de stijlen, die immers in de buitenmuren staan. Zie daarom ook het lemma "ruimte tussen de stijlen" (3.3.9). Omdat bij éénbeukige gebouwen de gebinten vaak niet zo duidelijk zichtbaar zijn (vooral in de stallen) en bij nieuwere gebouwen met dragende muren gebinten ontbreken, is de in dit lemma bedoelde ruimte voor vele informanten een onbekend begrip (met name in L 269, 271, 289, 296, 330, 375, 378, 378*, 381b, 0426, 429, Q 15, 32, 32a, 95, 99, 102, 112, 119, 121, 196, 203, 208 en 222). Van belang en interessant is de metonymische naamsoverdracht die zich in dit lemma herhaaldelijk voordoet: de benaming van de gebinten gaat over op die voor de ruimte tussen de gebinten. Zie afbeelding 15.' [N 4, 3; N 4A, 9a; A 25, 17]
I-6
|
25148 |
rukwind |
rukwind:
rø̜kwenjt (L318p Stramproy)
|
Een ongelijke, stotende wind. [N O, 9e]
II-3
|
24326 |
runderhorzel, horzel |
horzel:
horzel (L318p Stramproy),
urel:
y(3)̄rəl (L318p Stramproy)
|
horzel [ZND 01 (1922)] || runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24371 |
rups |
rups:
roeps (L318p Stramproy)
|
rups rups [DC 46 (1971)]
III-4-2
|
21028 |
saus |
saus:
saows (L318p Stramproy)
|
saus [RND]
III-2-3
|
21025 |
savooiekool |
savooi:
savoeeie (L318p Stramproy),
savooie:
savoeëie (L318p Stramproy)
|
[N Q (1966)]savooie kool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
23230 |
scapulier |
scapulier:
ei sjabbeleer (L318p Stramproy)
|
Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)]
III-3-3
|