e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dood (bn.) dood: doët (Stramproy), dōēt (Stramproy), dôêt (Stramproy) dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
doodmalen doodmalen: duǝtmālǝ (Stramproy) Het meel te fijn malen. [N O, 36e] II-3
doodskist kist: kist (Stramproy), Soms ook kist.  kaist (Stramproy) doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doofpot amerenpot: aomere pot (Stramproy) pot, gegoten, van ijzer, waarin men het houtskool koud laat worden (aomerepot, kriekepot, smoorpot) [N 20 (zj)] III-2-1
dooier doren: dōrǝ (Stramproy) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopkleed: doͅ.upklɛ.it (Stramproy) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: doͅ.upfunt (Stramproy) doopvont [RND] III-3-3
doordeweekse kleren doordeweekse kleren: doordewaikse kleijer (Stramproy) De kleren die men in de week draagt. [DC 62 (1987)] III-1-3
doormalen afmalen: āfmālǝ (Stramproy), opmalen: ǫpmālǝ (Stramproy) Alles wat er te malen is, afmalen. [N O, 36f] II-3
doorn, stekel doorn (mv.): dör (Stramproy), dør (Stramproy) doornen [DC 23 (1953)], [RND] III-4-3