e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fruit eten snatsen: snaatse (Stramproy) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitboom fruitboom: fruitbuim (pl) (Stramproy) I-7
fruiten braden: broaje (Stramproy) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
gaar gaar: gāār (Stramproy), murg: mùrg (Stramproy) gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] III-2-3
gaffelreep binnenreep: benǝriǝp (Stramproy), reep: reep (Stramproy), touw: touw (Stramproy) Het dikke touw zonder einde dat in een grote lus tussen de gaffels over het gaffelwiel loopt; de molenaar hijst er bij windstilte de zakken mee op. Zie ook afb. 65. [N O, 25p; A 42A, 47; A 42A, 43; A 42A, 46] II-3
gaffels gaffelen: gafǝlǝ (Stramproy) De ijzeren of houten haken op het gaffelwiel waartussen de gaffelreep loopt. [N O, 25o] II-3
gaffelwiel, gaffelrad gaffelrad: gaffelrad (Stramproy), gafǝlrāt (Stramproy) Het met ijzeren of houten haken (gaffels) bezette wiel aan de luias, waarover de gaffelreep loopt. Zie ook afb. 65. [N O, 25n; A 42A, 46; N O, 25l] II-3
galerij galerij: galǝri (Stramproy), galǝrij (Stramproy) Het kleine platform of bordes boven aan de molentrap. De galerij is niet bij alle standerdmolens aanwezig. Zie ook afb. 22 en 66. [N O, 48l; Sche 18] II-3
galerijbalk korte spruit: kǫrtǝ sprūt (Stramproy), spruitbalk: sprūt˱balǝk (Stramproy) Elk van de balken waarop de galerij van de standerdmolen rust. [N O, 48m; N O, 48n] II-3
galg kop: kǫp (Stramproy), voorstuk: vø̄rstøk (Stramproy) Elk van de twee galgvormige gedeelten van de zijkanten van het handweefgetouw. Onderdeel van het getouw dat v√≥√≥r op de zijde staat en dat de vorm heeft van een ongeveer 1 m hoge galg. Hierop rusten de laboom en de kamboom (Van de Ven, pag. 31). [N 39, 7c] II-7