19226 |
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken |
pas:
pàs (L432p Susteren)
|
de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25527 |
gemalen en gezuiverd graan |
gebakte:
gǝbeqdǝ (L432p Susteren)
|
Omdat de vraagstelling niet helemaal duidelijk was, kwamen er bij de antwoorden op de vraag naar de naam voor "gemalen en gezuiverd graan" zowel meel- als bloem-opgaven voor. Meel bestaat uit het inwendige van de tarwe- of roggekorrel plus de zemel, dus het is de geheel vermalen korrel, terwijl de bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern (Schoep blz. 12). Vroeger werd de gehele korrel vermalen tot meel. Daarna werd het meel gezeefd, waarbij een groot deel der zemelen achterbleef op de zeef. Het gezeefde product was dan de bloem, die echter nog heel wat zemeldelen bevatte (Schoep blz. 13). De voor dit lemma opgegeven bloem-varianten zijn verplaatst naar het lemma ''bloem''. [N 29, 14b; N 29, 15c; N 16, 80]
II-1
|
24850 |
gemalen schors |
looi:
ideosyncr.
looj (L432p Susteren)
|
Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25526 |
gemalen, niet gezuiverd graan |
voergoed:
vōrgōt (L432p Susteren)
|
De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a]
II-1
|
22441 |
gemaskerd persoon |
vastelavondsgek:
vastəlōͅvəsgeͅk (L432p Susteren)
|
Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (L432p Susteren),
min:
min (L432p Susteren)
|
gemeen [SGV (1914)] || slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeinde (L432p Susteren)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|
21718 |
gemeentebelasting |
gemeentebelasting:
gemeintebelasting (L432p Susteren),
gemeentelasten:
gəmèjntəlàstə (L432p Susteren)
|
de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21705 |
gemeentesecretaris |
secretaris:
sikkertaris (L432p Susteren),
sikrətààris (L432p Susteren)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18958 |
gemene vrouw |
feeks:
feeks (L432p Susteren),
serpent:
serpent (L432p Susteren)
|
een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)]
III-1-4
|