e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkhof kerkhof: kirköf (Susteren) Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)] III-3-3
kerkwaarts naar de kerk: noa de kirk (Susteren) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3
kermis kermis: kiRmes (Susteren), kirəməs (Susteren) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
kermisgeld kermisgeld: kerməsgeͅltj (Susteren) Een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi]. [N 88 (1982)] III-3-2
kermistent kermistent: kerməsteͅnt (Susteren) Een kermistent [barak, schob]. [N 88 (1982)] III-3-2
kern van een pit kern: WBD/WLD  kéér (Susteren) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout kern: ideosyncr.  kér (Susteren), WBD/WLD  kèrn (Susteren) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kersenboom kersenboom: keseboum (Susteren) I-7
kersenpannenkoek kersenkoek: #NAME?  keessekook (Susteren) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstlied kerstliedje: kersleedje (Susteren), keͅrslētjə (Susteren) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2