25412 |
kop verwijderen |
kop afsnijden:
kǫp āfniǝ (L432p Susteren)
|
Nadat de kop afgehuid is, wordt hij van het lijf gesneden of gehakt. [N 28, 44; monogr.]
II-1
|
25305 |
kop, maat van 5 liter |
kop:
(koren).
kop (L432p Susteren)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 5 lier [kop, kwartier] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33137 |
kopdorser |
kopdorser:
kǫp˱dē.sǝr (L432p Susteren)
|
Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
21411 |
kopen |
kopen:
koupe (L432p Susteren)
|
koopen [SGV (1914)]
III-3-1
|
19582 |
kopje |
tas:
tas (L432p Susteren)
|
een kop koffie [SGV (1914)]
III-2-1
|
33987 |
kopnet |
vliegennet:
[vliegennet] (L432p Susteren)
|
Vliegennet dat alleen over het hoofd van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83a]
I-10
|
21944 |
koppel |
maalgang:
mālgaŋk (L432p Susteren)
|
De twee bij elkaar horende molenstenen. [N O, 17b; Jan 118; Coe 95; Grof 113; N D, 5]
II-3
|
20368 |
koppelen |
koppelen:
koppele (L432p Susteren),
kòppələ (L432p Susteren)
|
koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
29119 |
koppelstang |
hampeleman:
ampǝlǝman (L432p Susteren)
|
De lat met aan de wielzijde een gebogen gedeelte, waarmee de trapbeweging door middel van de trede op het drijfwiel wordt overgebracht. [N 34, B4]
II-7
|
33967 |
koppelteugel, koppelstang |
koppelstang:
kǫpǝlštaŋ (L432p Susteren)
|
Verbinding tussen de bitten van de paarden van een tweespan, of teugel die het haam van het bijdehandse paard (het paard dat bestuurd wordt) met het bit van het vandehandse paard (het rechtse paard van een twee- of driespan) verbindt. [N 13, 36]
I-10
|