e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kroep kroep: krop (Susteren), kròp (Susteren) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)] III-1-2
kroeshaar krulkop: krolkop (Susteren) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krollen janken: ideosyncr.  janke (Susteren) Hoe noemt u het geluid van een krolse vrouwelijke kat [N 83 (1981)] III-2-1
krols loops: luipsch (Susteren) loops, geslachtsdriftig ve kat [N C (1962)] III-2-1
krom, met bochten krom: kròmp (Susteren), krómp (Susteren, ... ) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom [SGV (1914)] III-4-4
krommen buigen: buige (Susteren) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen buigen: buige (Susteren, ... ), buigə (Susteren), ombuigen: ŏmbuige (Susteren) krommen [SGV (1914)] || Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)] || ombuigen [SGV (1914)] III-1-2
kropgat krop: krop (Susteren), krǫp (Susteren), kropgat: krǫp˲gāt (Susteren) Het gat dat zich midden in de loper bevindt en waarin het te malen graan loopt. Kweern in het woordtype kweernoog (l 331) verwijst naar de in die plaats gebruikelijke term voor de handmolen. Zie het lemma ɛhandmolenɛ.' [N O, 18o; A 42A, 35; N D, 8; Sche 53; Vds 129; Jan 128; Coe 93; Grof 119; N O, 18h] II-3
kruiden, specerijen gekruiden: ideosyncr.  gekruje (Susteren), kruiden: ideosyncr.  kruide (Susteren), WBD/WLD  krūūjə (Susteren) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] III-2-3
kruidenjenever drankje: drengske (Susteren), kruidenschnaps: krūūjəsjnaps (Susteren) kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)] III-2-3