e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mik vorkje: vøͅrkskə (Susteren) Een stokje dat aan één kant in twee einden uitloopt om vogelnestjes uit holle boomstammen te halen [fruiteltje, fretsel, mik]. [N 88 (1982)] III-3-2
mikken mikken: mikke (Susteren), mikkə (Susteren), mikə (Susteren) lonken (mikken) [RND] || scherp kijken naar en richten op het doel dat men wil raken met een vuurwapen [mikken, mieren, aanleggen] [N 90 (1982)] III-3-1, III-3-2
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter millimeter: mĭĕllĭĕméétər (Susteren), streep: sjtréép (Susteren) het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)] III-4-4
min, voedster min: min (Susteren) voedster; een vrouw die een kind van een andere vrouw zoogt [min, voedster] [N 86 (1981)] III-2-2
minachten; minachtend afhoudig: aafhoudig (Susteren) blijk gevend van minachting, met minachting [afhoudig] [N 85 (1981)] III-1-4
minderen minderen: mindere (Susteren) minderen [SGV (1914)] III-1-3
minderjarig minderjarig: minderjoarig (Susteren) minderjarig [SGV (1914)] III-2-2
minnaar liefste: leefstə (Susteren), lefste (Susteren), minnaar: minnaar (Susteren), vriend: vründj (Susteren), vrijer: vrĭĕjər (Susteren) minnaar; iemand met wie een vrouw leeft zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [minnaar] [N 86 (1981)] III-2-2
minnares bijslaap: ene biesjloap (Susteren) concubine [N 37 (1971)] III-2-2
miskraam miskraam: miskraom (Susteren, ... ), misval: misval (Susteren) miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] || Miskraam: te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 84 (1981)] III-2-2