e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mouwschort mouwenscholk: moewe sjolk (Susteren, ... ) schort met mouwen [N 24 (1964)] III-1-3
muf muf: muf (Susteren) Als de bloem begint te bederven noemt men ze "muf ". [N 29, 16] II-1
muik muik: meuk (Susteren), spinde: sjpénj (Susteren) meuk [SGV (1914)] || mui; Hoe noemt U: (Geheime) bergplaats voor onrijp fruit (mui, ponk, bier, moele, loering, gielgoerde) [N 80 (1980)] III-2-3
muilkorf voor kalveren muilkorf: mulkø̜rf (Susteren) De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e] I-11
muilpeer muilpeer: moelpér (Susteren), mōēlpéér (Susteren) Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)] III-1-2
muis muis: moes (Susteren) muis [SGV (1914)] III-4-2
muis (mv.) muis (mv.): mūūs (Susteren) muizen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
muis van de hand muis: moes (Susteren) muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)] III-1-1
muizen muizen: moeze (Susteren), ideosyncr.  moeze (Susteren), WBD/WLD  mōēzə (Susteren) Hoe noemt u jacht maken op muizen, gezegd van de kat (muizen) [N 83 (1981)] || muizen (ww) [SGV (1914)] III-2-1
mul (zand) droog: drög (Susteren) mul [SGV (1914)] III-4-4