e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omarmen omarmen: ómèrmə (Susteren), spannen: sjpanne (Susteren) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
omheinde wei afgemaakte wei: āfgǝmāktǝ węi̯ (Susteren) Een met prikkeldraad of anderszins afgemaakte wei. Een groot aantal opgaven was wei. Deze opgaven zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. Voor de fonetische documentatie van wei zie men lemma 1.3.6 ɛweiɛ.' [N M, 4b; L 32, 45; monogr.] I-8
omheinen tuinen: tūnǝ (Susteren) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tūn (Susteren) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omhelzen omhelzen: ŏmhelze (Susteren) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2
omhooggaan omhooggaan: omhoōggaon (Susteren), stijgen: sjtéjge (Susteren) rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2
omslagdoek (alg.) plag: Oud woord; wordt nu niet meer gebruikt.  plak (Susteren) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak sjaal: sjaal (Susteren) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek over mantel of jak plag: Oud woord; wordt nu niet meer gebruikt.  plak (Susteren) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omtrek, omvang omtrek: omtrek (Susteren), ómtrék (Susteren) de hoofdlijn die de grenzen van een figuur uitmaakt en er de vorm van bepaalt [omtrek, omkant] [N 91 (1982)] III-4-4