18861 |
onstuimig |
driftig:
driftich (L432p Susteren),
driftig (L432p Susteren)
|
moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21901 |
ontberen |
ontberen:
óntbéérə (L432p Susteren)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20581 |
ontbijt |
koffiedrinken, het -:
koffiedrènken (L432p Susteren),
morgenbrood:
mörgebroad (L432p Susteren),
mörgəbròəd (L432p Susteren)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 8 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
21125 |
ontbijtkoek |
peperkoek:
paeperkook (L432p Susteren)
|
ontbijtkoek
III-2-3
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
vroeger zei men pèperkook tegen taai-taai ene pèperkote man
pèperkook (L432p Susteren)
|
peperkoek [N 29 (1967)]
III-2-3
|
33719 |
ontbost terrein met een schop omwerken |
breken:
brē̜kǝ (L432p Susteren)
|
Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a]
I-8
|
33711 |
ontginnen |
breken:
brē̜kǝ (L432p Susteren)
|
Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.]
I-8
|
32638 |
ontginningsploeg |
kroenekraan:
krūnǝkrān (L432p Susteren)
|
De ploeg die men gebruikt voor het in cultuur brengen van woeste grond, zoals bos, heide, enz. Het ontginningswerk werd verricht met de ploeg in L 159a, 320a, 360, P 48, 51, 107a, 108, 175, 178, 222, Q 11, 28, 77, 94b, 162, 156, 170. Blijkbaar was dat geen aparte, maar de gewone, vanouds "ploeg" geheten, enkele ploeg, die men op dit werk kon inrichten. Voor het in cultuur brengen van bos- en heidegrond gebruikte men: de brabander in L 290a, 321a, P 44, 48, 49, Q 39 of brabantse ploeg in L 331; in L 248 een zware brabantse ploeg (vroeger) en de Melotteploeg (later); de enkele ploeg in Q 7, 80; de aanschietploeg in Q 80; de dobbele ploeg in Q 80; de franse ploeg in Q 79a, 80; de wentelploeg in K 358, L 372a; een (oude) Sack''s of Sack''s(e)ploeg in L 163, 165 of Sack''sische ploeg in L 246 en in Q 22 de tweevoorder. Aan het ontginningswerk kwam in Q 14 de cultivator te pas, in Q 22 en 247 de extirpator, in P 45 de rus en in Q 180 de frees. [N 11, 30 + 32c add.; N 11A, 81; N 27, 15]
I-1
|
17707 |
ontlasting hebben, diarree |
luchten:
lóchte (L432p Susteren)
|
Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18040 |
ontsteking |
ontsteking:
óntsjtééking (L432p Susteren),
zwering:
zjwééring (L432p Susteren)
|
Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik). [N 84 (1981)]
III-1-2
|