| 17866 |
opschuiven |
opschuiven:
opsjuve (L432p Susteren),
òpsjūūvə (L432p Susteren)
|
Opschuiven: in een zijwaartse richting schuiven om plaats te maken (opschikken, schavielen, opschuiven). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 19290 |
opspelen |
foeteren:
fŏĕtərə (L432p Susteren),
opspelen:
opsjpeelə (L432p Susteren),
opsjpèle (L432p Susteren)
|
zeer boos uitvallen [sjamfoeteren, opspelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 32936 |
opsteker |
opsteker:
ǫpštē̜kǝr (L432p Susteren)
|
Degene die de schoven met de gaffel,opsteekt naar de tasser op de wagen. Vergelijk de toelichting bij het lemma ''opsteken'' (5.1.3) en het lemma ''opsteker'' (5.1.6) in aflevering I.3, van hooi op de oogstkar. [N 15, 40; monogr.; add. uit JG 1a, 1b]
I-4
|
| 33730 |
optilbaar hek |
varen:
vǭrǝ (L432p Susteren)
|
Het niet draaiend maar uitneembaar hek aan de ingang van een wei. [N 14, 68b; A 25, 5e; monogr.]
I-8
|
| 17900 |
optillen |
heffen:
höffe (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
höffə (L432p Susteren),
lichten:
luchte (L432p Susteren),
oplichten:
òpløXtə (L432p Susteren)
|
(Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)] || heffen, tillen [SGV (1914)] || optillen [RND]
III-1-2
|
| 29979 |
optoppen, oplangen |
opzetten:
op˲zętǝ (L432p Susteren)
|
De steiger verhogen door de staanders met behulp van palen, de zgn. 'optoppers', te verlengen. De optoppers worden door middel van touwen aan de staanders gebonden en ze rusten op een op de staander gespijkerde, houten klos. [N 32, 5a; monogr.]
II-9
|
| 29980 |
optopper |
steigerden:
štęjgǝrdęn (L432p Susteren)
|
Houten paal waarmee de staander wordt verlengd. De optoppers worden met touwen aan de staanders vastgebonden en rusten op houten klossen die op de staanders zijn bevestigd. Zie ook afb. 19. [N 32, 5b]
II-9
|
| 26205 |
opzeilen |
zeilen:
zeilen (L432p Susteren)
|
Zeilen aanbrengen. [N O, 7a]
II-3
|
| 19037 |
opzettelijk |
van expres:
van expres (L432p Susteren)
|
expres [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 20130 |
opzitten |
hups staan:
ideosyncr.
hupsj staon (L432p Susteren),
opzitten:
WBD/WLD
opzittə (L432p Susteren)
|
Hoe noemt u op de achterste poten zitten met opgeheven voorpoten, gezegd van een hond (bidden, lezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|