e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pofbroek pofboks: pófbóks (Susteren) plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
poffen poffen: pŭffe (Susteren) afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)] III-3-1
pofmouw pofmouw: pofmoe (Susteren) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3
pokdalig mottig: mottig (Susteren), móttich (Susteren) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] III-1-2
poken ragelen: rōͅxələ (Susteren) poken [SGV (1914)] III-2-1
politieagent blauwe, een ~: blàwə (Susteren), politieagent: politieagent (Susteren) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pols pols: pols (Susteren), pòls (Susteren) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
polsmof mof: móf (Susteren) polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3
pompen pompen: pompǝ (Susteren) Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.] II-1
pompen van de meikever slijpen: WBD/WLD  sjlīēpə (Susteren), torren: ideosyncr.  tárre (Susteren) Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)] III-4-2