21536 |
ponder |
ponder:
pünjer (L432p Susteren)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
21170 |
ponton |
ponton (fr. <it.):
pòntòn (L432p Susteren)
|
een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20458 |
pooier |
pooier:
poojer (L432p Susteren),
poojər (L432p Susteren)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19474 |
pook |
pook:
pōk (L432p Susteren)
|
pook [SGV (1914)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pǭrt (L432p Susteren)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
poter:
pø̜̄tǝr (L432p Susteren)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
17953 |
pootjebaden |
waden:
waje (L432p Susteren)
|
lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22806 |
pop |
pop:
en poop (L432p Susteren)
|
pop [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
póp (L432p Susteren, ...
L432p Susteren)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poesjenellenspel:
pusjəneͅləsjpeͅl (L432p Susteren),
poppenkast:
popəkas (L432p Susteren)
|
De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|