e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raad raad: road (Susteren) raad [SGV (1914)] III-1-4
raam venster: venstǝr (Susteren  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raapstelen raapstelen: WBD/WLD  rààpsjteelə (Susteren), steelmos: raapstelen  sjteelmoos (Susteren) De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)] || raapsteel I-7
raar, vreemd raar: ráár (Susteren), vreemd: vrêmd (Susteren) 01; vreemd [SGV (1914)] || raar [DC 02 (1932)] III-1-4
raaskallen bazelen: bààzələ (Susteren), wauwelen: wauwele (Susteren), wawələ (Susteren) onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] III-3-1
raat raat: roǝt (Susteren) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: roaje (Susteren) raden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4
radio radio: radio (Susteren), rààdĭĕjoo (Susteren) een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)] III-3-1
rafelen rafelen: rafele (Susteren), raofələ (Susteren), roafele (Susteren), rǭfǝlǝ (Susteren) aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
ragebol spinnenjager: sjpénejaeger (Susteren) ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1