25039 |
ritselen |
ritselen:
ritsele (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
ritsələ (L432p Susteren)
|
een zacht, onregelmatig, schuifelend, ruisend of krakend geluid geven [ritselen, rispelen, snirsen, krimmelen] [N 91 (1982)] || ritselen [SGV (1914)]
III-4-4
|
18214 |
ritssluiting |
ritssluiting:
ritsjloeting (L432p Susteren),
rittsjloeting (L432p Susteren)
|
Ritssluiting [DC 64 (1989)]
III-1-3
|
24317 |
riviergrondel |
geuf:
WBD/WLD
gèùf (L432p Susteren),
geut:
ideosyncr.
gót (L432p Susteren)
|
Hoe noemt u de grondel: een zoetwatervisje dat voorkomt in stromend en stilstaand water. Het is langgerekt van vorm en heeft één paar voeldraden aan de bek. Op de rug en flanken is het donker gevlekt en gestippeld met een groene of blauwachtige weerschijn [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24647 |
robinia |
acacia:
ideosyncr.
acacia (L432p Susteren),
WBD/WLD
àkáásià (L432p Susteren)
|
De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18058 |
rochelen |
rochelen:
rōēchele (L432p Susteren),
ruchele (L432p Susteren)
|
rochelen [SGV (1914)] || rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
33478 |
rode aalbes |
miemer:
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
mīēmər (L432p Susteren),
wiemerten:
wiemert (L432p Susteren)
|
aalbes [N 82 (1981)], [SGV (1914)]
I-7
|
24508 |
rode bosbes |
miemer:
ideosyncr.
miemere (L432p Susteren)
|
De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33257 |
rode klaver |
tamme klee:
tamǝ [klee] (L432p Susteren)
|
Trifolium pratense L. Een 15 tot 50 cm hoge plant met paarsrode of roze bloemhoofdjes, die van juni tot de herfst bloeien. Rode klaver wordt vooral als veevoeder geteeld. Rode klaver gedijt, overigens evenals witte klaver, het best "onder dekvrucht", d.w.z. dat het tegelijk met een winterkoren wordt gezaaid en dan pas opkomt wanneer die dekvrucht in de herfst is geoogst. In het volgende seizoen wordt de klaver dan geweid of enkele malen gemaaid. Rode klaver is wat "kieskeuriger" dan witte klaver, stelt hogere eisen aan de grond, maar schiet goed recht op en laat zich gemakkelijker maaien. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.]
I-5
|
20655 |
rode kool |
rode kappes:
roawje kappes (L432p Susteren),
rood moes:
road moos (L432p Susteren),
road möös (L432p Susteren),
roat moos (L432p Susteren)
|
Rode kool (als plant of gewas) [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
24562 |
rododendron |
rododendron:
klemtoon op e
rododendron (L432p Susteren)
|
[DC 76 (2002)]
I-7
|