e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterzucht water: het water (Susteren), waterzucht: wáátərzuch (Susteren) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)] III-1-2
wbd: afzeggen ongedaan maken: de koup ungedoan make (Susteren) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek een goede prijs uitdoen: ze hebbe ene gooie pries oetgedoan (Susteren) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten zitten: he hèt ⁄m loate zitte mit z⁄n waar (Susteren) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor kunnen meenemen voor: veur zawvöl kŭnset mitnumme (Susteren) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
wecken wecken: wékkə (Susteren), wêcke (Susteren) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weddenschap weddingschap: wɛdiŋsjap (Susteren) weddenschap [RND] III-3-2
weduwe widvrouw: witvrouw (Susteren) weduwe [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: witman (Susteren) weduwnaar [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: sjtof (Susteren) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3