18099 |
breuk |
breuk:
brēūk (L432p Susteren)
|
breuk [SGV (1914)]
III-1-2
|
21250 |
brief |
brief:
bre.f (L432p Susteren),
breef (L432p Susteren)
|
brief [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
21205 |
briefkaart |
briefkaart:
breefkaart (L432p Susteren),
breefkààrt (L432p Susteren)
|
de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34600 |
bril |
bril:
brel (L432p Susteren)
|
Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c]
I-13
|
19245 |
broeden |
uitbroeden:
oetbreuje (L432p Susteren),
ōētbreujə (L432p Susteren)
|
ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34499 |
broeden, op eieren zitten |
broeden:
brø̄i̯ǝ (L432p Susteren),
brø̜i̯ǝ (L432p Susteren)
|
[N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34504 |
broedende kip op eieren |
broek:
bruk (L432p Susteren)
|
[N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.]
I-12
|
20216 |
broeder |
broeder:
broor (L432p Susteren)
|
broeder [SGV (1914)]
III-3-3
|
23317 |
broederschap |
broederschap:
broedersjöp (L432p Susteren)
|
broederschap [SGV (1914)]
III-3-3
|
33614 |
broeibak |
broeibak:
breubak (L432p Susteren)
|
[SGV (1914)]
I-7
|