e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

Gevonden: 4880
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eiertikken tikken: tekə (Susteren) Het spelletje waarbij men probeert met een hardgekookt ei het ei van de tegenstander kapot te tikken [(eier)tikken, kippen, knutsen]. [N 88 (1982)] III-3-2
eigendom eigendom: èjgəndóm (Susteren) de omstandigheid dat een zaak iemand toebehoort; het recht iets zijn eigen te noemen [eigendom, maagschap] [N 89 (1982)] III-3-1
eigendomsbewijs akte: àk (Susteren) het bewijs dat iets iemands eigendom is [vest] [N 89 (1982)] III-3-1
eik eik: ɛi̯k (Susteren) eik [RND] III-4-3
eikel eikel: ɛi̯kəls (Susteren) eikels [RND] III-4-3
eindvoor in het midden voor: [voor] (Susteren) De middenvoor is de laatste voor van een akker die men (met een enkele ploeg) uiteengeploegd heeft: de gemeenschappelijke eindvoor van de buitenwaarts geploegde akkerhelften. Een soortgelijke voor ontstaat ook tussen de delen van een op panden te ploegen akker. Naar gelang de omstandigheden ploegt men ofwel een brede of een diepe middenvoor, die als watervoor kan dienen, ofwel een smalle of een ondiepe voor, die desgewenst nog wordt dichtgesleept. Men zie ook het lemma de laatte voor ploegen onder A. Doorgaans heeft met name de niet-specifieke term voor alleen in dat verband de betekenis "middenvoor". [N 11, 55; N 11A, 121d; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
eis van de aanklager eis: èjs (Susteren) de eis van de aanklager over de op te leggen straf [ticht] [N 90 (1982)] III-3-1
ekster ester: aester (Susteren), ēster (Susteren) ekster [SGV (1914)] III-4-1
eksteroog eksteroog: èkstəròwch (Susteren), esteroog: ésterauch (Susteren), êsteroug (Susteren) likdoorn, eksteroog [SGV (1914)] || Likdoorn: pijnlijke hoornachtige verharding van de opperhuid met een naar binnengekeerde punt, meestal aan de tenen (eksterenoog, weer, weeroog, likdoorn). [N 84 (1981)] III-1-2
el, maat van 0,69 m el: el (Susteren), èl (Susteren) de maat die een lengte aangeeft van 68 cm [el, mut] [N 91 (1982)] III-4-4