e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gehurkt zitten op het hukje zitten: op `t huukskə zittə (Swalmen), op t hūūkske zitte (Swalmen) hurken [SGV (1914)] || hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)] III-1-2
geil, wellustig heet: heit (Swalmen), scherp: sjerp (Swalmen) geil, wellustig [N 10C (zj)] III-2-2
geitenmelksepap pap van geitenmelk: pap van geitemelk (Swalmen) Pap van geitemelk (mienekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
gejoel gejuister: gejeuətər (Swalmen) gejoel [SGV (1914)] III-3-1
gek gek: gèk (Swalmen) onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)] III-1-4
gek persoon flares: cf. RhWb. II, kol. 560, s.v. "Flares": "Geck, läppischer Kerl (wer auffällig gekleidet ist u. sich auffällig benimmt)  flares (Swalmen) onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)] III-1-4
gekheid maken dollen: dóólle (Swalmen), gekke jen: gekke jen (Swalmen) gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
gekkenhuis gekkenhuis: gekkehōēs (Swalmen), gèkkehôes (Swalmen) een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)] III-3-1
gekleurde top van de slagpen neusdop: naasdöp (Swalmen), zweeldop: zjweeldöp (Swalmen) Hoe heten de onderdelen van de slagpen? (de cijfers tussen haakjes verwijzen naar tekening 3): gekleurde top (7) [N 93 (1983)] III-3-2
gekneusd geblutst: WLD  gebluts (Swalmen) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3