e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geweer geweer: gewaer (Swalmen), gewéér (Swalmen) een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)] III-3-1
gewei van een hert hoorn: hâôr (Swalmen) Gewei van een mannetjesree [N 94 (1983)] III-4-2
gewelf gewelf: gewøͅlf (Swalmen), gǝwø̜lǝf (Swalmen) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] II-9, III-3-3
gewelfschildering muurschildering: moersjiljering (Swalmen) Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)] III-3-3
gewicht verliezen uitbakken: ūtbakǝ (Swalmen) Het verliezen van gewicht bij het bakken van het brood. Volgens de informant van L 270 houdt dit verlies aan gewicht ¬± 10% in. [N 29, 48] II-1
gewichtssteen gewichtssteen: gǝwexštęjn (Swalmen) Gevraagd werd speciaal naar de stenen die men vroeger in plaats van gewichten gebruikte. [B 29, 33b; N 29, 105e; monogr.] II-1
gewillig gaarne: géér (gedaan) (Swalmen), gewillig: gewillig (Swalmen) graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
gewone spurrie spurrie: spørx (Swalmen), špø̜rx (Swalmen) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewoonte gewoonte: Det is hiej neet de -.  geweunde (Swalmen) Gewoonte. III-3-2
gewricht gewerf: gewerf (Swalmen), gewricht: gewricht (Swalmen) gewricht [SGV (1914)] || gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] III-1-1