| 31372 |
arend van een vijl |
pin:
pen (L331p Swalmen)
|
Het spits uitlopende deel van de vijl dat in het handvat wordt gestoken. Zie ook het lemma "vijlhandvat". Zie ook afb. 97. [N 33, 104; N 33, 203]
II-11
|
| 18239 |
armband |
armband:
ermbandj (L331p Swalmen)
|
band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 21709 |
armbestuur |
armenbestuur:
ermebesjtuur (L331p Swalmen)
|
de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 23355 |
armenbanken |
vrije plaatsen:
vriej plaats (L331p Swalmen)
|
De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 21294 |
armoedig |
armoedig:
ermeudig(j) (L331p Swalmen)
|
armoedig [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 25055 |
armvol |
armvol:
(h)ęrvǝl (L331p Swalmen),
eine ervel höj (L331p Swalmen),
ervel (L331p Swalmen),
hérvel (L331p Swalmen),
ɛrvǝl (L331p Swalmen),
⁄ne(n) e.rvel hui.j (L331p Swalmen),
⁄ne(n) he.rvel hui.j (L331p Swalmen),
handvol:
enne hampel huij (L331p Swalmen),
hampǝl (L331p Swalmen)
|
armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.]
I-4, III-4-4
|
| 21570 |
arresteren |
arresteren (<fr.):
arrestere (L331p Swalmen),
grijpen:
grîepe (L331p Swalmen)
|
iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 32672 |
asblok |
aslade:
aslāi̯ (L331p Swalmen),
assenlade:
asǝlā.i̯ (L331p Swalmen),
asstuk:
asštø̜k (L331p Swalmen),
lade:
lāi̯ (L331p Swalmen)
|
Het als ashouder of als as fungerende houten blok waaraan de wielen van de voorploeg bevestigd zijn. [N 11, 31.I.a; N 11A, 97a] || Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-1, I-13
|
| 25880 |
asgat |
assegat:
asǝgāt (L331p Swalmen)
|
Het gat dat toegang geeft tot de ruimte onder het rooster van de stookplaats in een vlamoven. [monogr.]
II-8
|
| 33277 |
asperge |
sperge:
špɛrjǝ (L331p Swalmen)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.]
I-5
|