e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaantjes krapjes: krèpkes (Swalmen) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaaps viooltje kaaps viooltje: kaops vieulke (Swalmen) Kaapsviooltje (saintpaulia). Kas en kamerplant met violette of roze bloemen (violettekesplant, kaaps viooltje, poliake). [N 92 (1982)] III-2-1
kaar kaar: kār (Swalmen), molenkaar: mø̄lǝkār (Swalmen) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaardenbol kaardenbol: kaardebôl (Swalmen, ... ) [N 92 (1982)]Weverskaarde (dipsacus fullonum 120 tot 150 cm groot. De plant heeft een krans van lange, rechtopstaande schutbladeren. De schutblaadjes steken uit boven het purperen blad en eindigen in buigzame of stijve stekels. Vroeger in Limburg gekweekt en daar we [N 92 (1982)] I-7, III-4-3
kaars kaars: kēͅərs (Swalmen) kaars [RND] III-2-1
kaarsenbak kaarsenbak: kaersebak (Swalmen) De houder, waarin brandende kaarsen gezet kunnen worden, meestal voor een heiligenbeeld [kaarsenbak?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kaarsendomper dover: douver (Swalmen) Kapje met een steel om een kaarsvlam te doven (dover, domper, domphoorn) [N 79 (1979)] III-2-1
kaarsenpit lemmet (<lat.): lement (Swalmen) De katoenen draad in het midden van een kaars [pit, wiek, lemmet?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kaart met prentje prentje: printje (Swalmen) Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaarten (ww.) kaarten: ka:rtə (Swalmen), NB kaartaovindj: kaartavond.  kaarte (Swalmen) kaarten [RND] || Kaarten. III-3-2