e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerktoren kerktoren: kirktore (Swalmen) De toren van de kerk, waarin zich de klokken bevinden [kèrktaore, -taon, -toer, klokketoren?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkuil kransuil: kra.nsūūl (Swalmen), kransuul (Swalmen), uil: uul (Swalmen) kerkuil || uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kerkwaarts naar kerk: noa kirk (Swalmen) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3
kermis kermis: kirmes (Swalmen), kirməs (Swalmen) kermis [RND] || Kermis. III-3-2
kermisgeld kermisgeld: kirmesgeldj (Swalmen, ... ), kirmesgeltj (Swalmen) Een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi]. [N 88 (1982)] || Kermisgeld. III-3-2
kermismolen canap (fr.): 2. Canapé, divan.  kannepee (Swalmen), carrousel (fr.): Dr sjteit altied eine - oppe kirmes.  kerresel (Swalmen), kettingcarrousel: De zjwingel van de -.  kèttingkerresel (Swalmen) 1. Carrousel. || Carrousel, draaimolen. || Kettingcarrousel. III-3-2
kermismuziek kermismuziek: kirmesmeziek (Swalmen), muziek: meziek (Swalmen) De muziek die te horen is op kermissen [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
kermistent kermiskraam: kirmeskraom (Swalmen), kermistent: kirmestent (Swalmen), tent: tent (Swalmen) Een kermistent [barak, schob]. [N 88 (1982)] || Kermiskraam. III-3-2
kern van een pit kern: kaer (Swalmen), WLD  kéér (Swalmen) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout kern: kaer (Swalmen), WLD  kéér (Swalmen) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3