e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
looi looi: lōj (Swalmen) Looistof. Fijngemalen eikebast of run waarmee men leer bewerkt. [S; L 1a-m] II-10
looien looien: lø̄jǝ (Swalmen) Het bereiden van leer. Dierehuiden die bepaalde voorbereidingen hebben ondergaan worden met bepaalde samentrekkende stoffen zo behandeld dat zij tot leer worden. [S; L 1a-m; monogr.] II-10
loon paye, paie (fr.): Van Dale: paye, paie, 1. (uit)betaling; - 2. loon, salaris.  pej (Swalmen) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loonbak huismik: hūsmek (Swalmen) Deeg van brood en gebak dat aan huis is klaargemaakt en dat naar de bakker wordt gebracht om er brood of gebak van te laten bakken tegen een vergoeding. [N 29, 98; monogr.] II-1
loops loops: luips (Swalmen), løͅi̯ps (Swalmen, ... ) konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
loot uit slapend oog rondknop: rôndjknoep (Swalmen), uitschieter: WLD  oetsjééter (Swalmen) Een loot ontstaan uit een slapend oog (knop die onder normale omstandigheden niet tot ontwikkeling komt) (sprant). [N 82 (1981)] III-4-3
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: sjéut (Swalmen), WLD  sjèùt (Swalmen), scheutje: schöötjə (Swalmen) Een nieuw uitgelopen twijgje (spraon, scheut, schot, lot). [N 82 (1981)] || loot [SGV (1914)] III-4-3
lopen lopen: laupe (Swalmen), looupə (Swalmen) lopen [SGV (1914)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
lopen, gezegd van eenden waggelen: waqǝlǝ (Swalmen) [N 70, 2; monogr.] I-12
lopend snot snot: sjnôt (Swalmen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: besmetting van ademhalingswegen met afscheiding van etter en snot uit bek, neus en ogen (lopend snot)? [N 93 (1983)] III-3-2