e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
olielamp friet: frīt (Swalmen), frit: frī̄t (Swalmen) De olielamp die tijdens het inzetten in de oven werd geplaatst. [monogr.] || ouderwetse olielamp II-8, III-2-1
olieverf olieverf: ǭli[verf] (Swalmen) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
olifant olifant: aolifant (Swalmen) Olifant. III-3-2
omarmen omarmen: ômerme (Swalmen), omspannen: ôomsjpànne (Swalmen) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
omgang van de toren omgang: omgank (Swalmen) De omgang, de trans van de toren. [N 96A (1989)] III-3-3
omheinde wei gesloten kamp: gǝšlǭtǝ kāmp (Swalmen) Een met prikkeldraad of anderszins afgemaakte wei. Een groot aantal opgaven was wei. Deze opgaven zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. Voor de fonetische documentatie van wei zie men lemma 1.3.6 ɛweiɛ.' [N M, 4b; L 32, 45; monogr.] I-8
omheinen tuin derom maken: tūn drom mākǝ (Swalmen), tuin zetten: tūn zetǝ (Swalmen) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tū.n (Swalmen), tūn (Swalmen) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omheining van het kerkhof kerkhofmuur: kirkhaofmoer (Swalmen) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omhelzen kussen: zich kussə (Swalmen) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2