e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paardekrib krib: krø̜p (Swalmen) De drink- en voerbak die vóór de paarden langs loopt, op een hoogte van ongeveer een meter. Het voer in de krib is meestal vrij fijn (haver, haksel). Zie ook het lemma "vaste voer- en drinkbak" (2.2.15). [N 5A, 59a en 59b; L 28, 52; L 42, 3; monogr.] I-6
paardestal paardsstal: pē̜ ̞rs[stal] (Swalmen), veulensstal: vø̄lǝsštalǝ (Swalmen) De stal of ruimte waar het paard of de paarden staan. Het woordtype voerderij voor voergang in de paardestal kan wel uitbreidend gebezigd worden voor de paardestal in zijn geheel. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). (Paardsstal)-varianten waarvan het (stal)-gedeelte een kleurloze vocaal vertoont, zijn voluit en fonetisch genoteerd, omdat deze tweede component als simplex niet voorkomt met een kleurloze vocaal. Zie de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [N 5, 105e; A 10, 9c; L 38, 26; Wi 18; S 50; monogr.; add. uit N 5A, 59 en 73a] I-6
paardetuig paardsgescheer: pē̜rs˲gǝšēr (Swalmen), paardsgeschier: pē̜rs˲gǝšī̄r (Swalmen), paardsgetuig: pē̜rs˲gǝtȳ.x (Swalmen) [N 98, 52; monogr.]De naam voor het paardetuig in het algemeen. [JG 1a, 1b; N 13, 80; monogr.] I-10, II-8
paardezuring zuring: zuring (Swalmen), WLD  zuurring (Swalmen) Paardezuring (rumex aquaticus). De onderste bladeren zijn aan hun voet, bij de bladsteel, diep ingesneden (hartvormig). De bloemdekslippen, die de vruchtjes omgeven, hebben geen van alle een knobbeltje aan hun voet. De onderste bladeren hebben een iets op [N 92 (1982)] III-4-3
paardsknecht, eerste knecht paardsknecht: pɛ̄rs[knecht] (Swalmen) Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.] I-6
paars, violet paars: paarəs (Swalmen) paars [SGV (1914)] III-4-4
paarse dovenetel paarse doofnetel: paarse doufnetel (Swalmen), paarse netel: WLD  paarse-néetel (Swalmen) Paarse dovenetel (lamium purpureum 10 tot 30 cm groot. De bladeren zijn eivormig met een hartvormige voet, gesteeld, stomp, de bladrand is gekarteld; de bloemen met een kortere kroonbuis en van binnen met haarkrans, de kleur is purperrood. De bloeitijd [N 92 (1982)] III-4-3
paasavond paasavond: paaschoavendj (Swalmen) paaschavond [SGV (1914)] III-3-3
paasei paasei: paoseij (Swalmen) Paasei. III-3-2
paaseieren zoeken paaseieren rapen: Sub paosei.  paoseijer rape (Swalmen) [Paaseieren rapen]. III-3-2