e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paren van de duiven koppelen: koppele (Swalmen) Hoe heet verder: paren? [N 93 (1983)] III-3-2
parfum odeur (fr.): odeur (Swalmen) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
parlevinker parlevinker: parlevinker (Swalmen) het bootje van een koopman te water [parlevinker, ventjager] [N 90 (1982)] III-3-1
pas uit het ei gekomen kipje kuiken: kȳkǝ (Swalmen), kuikje: kȳkskǝ (Swalmen) [N 19, 40b] I-12
pasbrug voet: vōt (Swalmen) Het horizontale balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waar de zwengel en de spil op rusten. De pasbrug is aan één uiteinde scharnierend vastgezet en rust met het andere uiteinde op de lichtboom. [N D, 21] II-3
pasfoto pasfoto: pasfoto (Swalmen, ... ) de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)] III-3-1
pasgeboren kalf nuchter kalf: nø̄xtǝr [kalf] (Swalmen) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
paspoort pas: pas (Swalmen, ... ), pâs (Swalmen, ... ) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
passen goed passen: pas good (Swalmen) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pasteitje pasteitje: pasteitjes (Swalmen) Klein pasteitje, de niet gevulde vorm van deeg (viedeeke?) [N 16 (1962)] III-2-3