e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bibberen rijderen: riejere (Swalmen), rieərə (Swalmen) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
biddag bededag: baejdaag (Swalmen) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden beden: bèjə (Swalmen), zich beden: zich baeje (Swalmen) bidden [SGV (1914)] || Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid danken: danke (Swalmen) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): biechtə (Swalmen) biechten [SGV (1914)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: biechsjtool (Swalmen) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bieden bieden: be.jə (Swalmen), beejə (Swalmen) bieden [RND], [SGV (1914)] III-3-1
bier bier: beer (Swalmen), bééər (Swalmen) bier [RND], [SGV (1914)] III-2-3
bierpap bierpap: beerpap (Swalmen) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
biestmelk biest: bēs (Swalmen) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11