25038 |
purper, paarsrood |
purper:
purper (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen)
|
de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33635 |
putemmer |
putemmer:
pøͅtømər (L331p Swalmen)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33624 |
putgalg |
gaffel:
gafəl (L331p Swalmen)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
putgard:
pøͅtgēͅrt (L331p Swalmen)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
24227 |
putter |
putter:
pötter (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen),
puttertje:
pötter, pötterke (L331p Swalmen)
|
putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33623 |
putzwengel |
eik:
āk (L331p Swalmen),
wip:
wep (L331p Swalmen)
|
[N 12 (1961)] [SGV (1914)]
I-7
|
18610 |
pyjama |
pyjama {pijama}:
pyama (L331p Swalmen)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19079 |
raad |
raad:
road (L331p Swalmen)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
ein raodsel (L331p Swalmen),
raodsel (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen),
reudselke (L331p Swalmen),
rèùdselke (L331p Swalmen),
(onz.).
raodsel (L331p Swalmen)
|
raadsel [N 07 (1961)] || Raadsel. || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
glasraam:
glāsrām (L331p Swalmen),
venster:
venstǝr (L331p Swalmen)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|