33575 |
raapstelen |
raapstelen:
WLD
ráápsjteele (L331p Swalmen),
steelmos:
sjteelmoos (L331p Swalmen)
|
De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)]
I-7
|
19057 |
raar, vreemd |
vreemd:
vrêmdj (L331p Swalmen)
|
01; vreemd [SGV (1914)]
III-1-4
|
21361 |
raaskallen |
wauwelen:
wauwele (L331p Swalmen)
|
onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
28447 |
raat |
raat:
roǝt (L331p Swalmen)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
rao.jen (L331p Swalmen),
raoje (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen),
roajə (L331p Swalmen)
|
raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-2
|
21209 |
radio |
radio:
radio (L331p Swalmen),
rádio (L331p Swalmen)
|
een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18167 |
rafel |
franjel:
fraanjele (L331p Swalmen)
|
Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)]
III-1-3
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
raafələ (L331p Swalmen),
reifele (L331p Swalmen),
rāfǝlǝ (L331p Swalmen)
|
aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenjager:
sjpinnejaeger (L331p Swalmen),
špenəjēͅgər (L331p Swalmen)
|
raagbol [SGV (1914)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|
21164 |
rails |
rails (<eng.):
rils (L331p Swalmen),
rêls (L331p Swalmen)
|
de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)]
III-3-1
|