33764 |
rechterkant van het paard |
van de hand:
van dǝ hantj (L331p Swalmen)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
24975 |
rechtop |
streek:
sjrééch (L331p Swalmen)
|
rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21720 |
rechtspreken |
berechten:
beréchte (L331p Swalmen),
rechtspreken:
rechsjpraeke (L331p Swalmen)
|
rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17616 |
rechtstaande oren |
flaporen:
flaporen (L331p Swalmen)
|
oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18961 |
rechtvaardig |
gerechtig:
gerechtig (L331p Swalmen)
|
handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
rie (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen),
riej (L331p Swalmen)
|
een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [SGV (1914)]
III-4-4
|
32868 |
reepje overschietend gras |
(een) baard laten staan:
bā.rt lǭtǝ štǭ.n (L331p Swalmen),
vlinken:
vleŋkǝ (L331p Swalmen)
|
Soms blijft er bij het maaien een reepje gras staan omdat men de slag met de zeis iets te ver neemt. De zegslieden hebben dit verschijnsel zowel door een zelfstandig naamwoord (zoals zwaaibalk of baard) benoemd, als ook door een werkwoordelijke uitdrukking, waarin een dergelijk zelfstandig naamwoord voorkomt (zoals een baard maaien of een baard laten staan), en tenslotte ook door een op zichzelf staand werkwoord of werkwoordelijke uitdrukking (zoals te breed pakken of te wijd grijpen). Al deze opgaven zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 96]
I-3
|
25171 |
regen (alg.) |
regen:
raenger (L331p Swalmen),
rèènger (L331p Swalmen)
|
regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25181 |
regenboog |
regenboog:
raengerbaog (L331p Swalmen),
’ne rèèngerboag (L331p Swalmen)
|
regenboog [weerteken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25238 |
regenbuitje |
bijs:
bīēs (L331p Swalmen),
licht bijsje:
lich bīēske (L331p Swalmen)
|
licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)]
III-4-4
|