e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
royaal gul: gul (Swalmen) gul [SGV (1914)] III-3-1
rozenbottel miepeteer: miepətêrə (Swalmen), rozenbol: WLD  ròozebul (Swalmen), rozenbottel: rozebottel (Swalmen) rozenbottel [SGV (1914)] || rozenbottel (vrucht van de hondsroos: papetuutje, papetoet, hanekul, wepen, klokke, rozenbottel). [N 92 (1982)] III-4-3
rozenhoedje rozenkrans: rozekrans (Swalmen) Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkrans rozenkrans: rozekrans (Swalmen) De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransgebed drie rozenkrans: drie rozekrens (Swalmen) Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransmaand rozenkransmaand: rozekransmaondj (Swalmen) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rozijn rozijn: rezīēn (Swalmen), WLD  rezien (Swalmen) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] III-2-3
rozijnenbrood rozijnenmik: reziènemik (Swalmen) brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)] III-2-3
rug rug: ruk (Swalmen, ... ) rug [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: rø̜k (Swalmen) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3