e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruin ruin: ryn (Swalmen) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruisen (van de wind) ruisen: rôese (Swalmen) het geluid dat een stroom van lucht of een vloeistof maakt bij het gaan door of schuren langs iets of in zijn baan [ruisen, ruizelen, reuzelen] [N 91 (1982)] III-4-4
ruisen van bladeren ruisen: WLD  rōēse (Swalmen), suizen: sōēze (Swalmen) Het ruisen van bomen (ruisen, ruizelen, reuzelen, snirsen). [N 82 (1981)] III-4-3
ruiten in het kaartspel ruiten: roete (Swalmen), roetən oas (Swalmen) I. Ruiten (bij het kaartspel). || Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
ruitijd ruitijd: ruitīēd (Swalmen) Hoe heet de tijd waarin de duiven verpluimen? [N 93 (1983)] III-3-2
ruk ruk: rök (Swalmen), Ook: rèùk.  rök (Swalmen) Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)] III-1-2
rukwind ruk: rèùk (Swalmen), rukwind: rökwindj (Swalmen), stoot: sjtoot (Swalmen) rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)] III-4-4
rund rind: rentj (Swalmen) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzel, horzel horzel: hoorsel (Swalmen), hoorsəl (Swalmen) horzel [SGV (1914)] || larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)] III-4-2
runderhorzellarve horzelknoop: Additie bij vraag 35: de bult (veroorzaakt door de larve van de runderhorzel), is een -  hoorzelknoep (Swalmen), paardsworm: paerswurm (Swalmen) larve van de paardenhorzel, worm die in de uitwerpselen van een paard kan worden aangetroffen [N 26 (1964)] || larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)] III-4-2