| 34110 |
bles |
bles:
blɛs (L331p Swalmen)
|
Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b]
I-11
|
| 19344 |
blij |
blij:
blie (L331p Swalmen)
|
blij [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 24978 |
blijven hangen, blijven plakken |
plakken:
plekke (L331p Swalmen),
plékke (L331p Swalmen)
|
ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 24969 |
blijven wachten |
blijven:
blieve (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen),
wachten:
wachte (L331p Swalmen),
wagte (L331p Swalmen)
|
ergens blijven tot iets of iemand komt [tukken, wachten] [N 91 (1982)] || niet verder gaan, blijven [letten, banken, banketeren, wijlen, blijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 33780 |
blijvend gebit |
breektanden:
brē̜ktɛŋ (L331p Swalmen),
gebroken tanden:
gǝbrǭkǝ tɛŋ (L331p Swalmen),
paardstanden:
pē̜rstɛnj (L331p Swalmen)
|
Op vijfjarige leeftijd heeft het paard een volwaardig gebit, meestal paardstanden genoemd. [JG 1a, 1b; N 8, 18a en 18b]
I-9
|
| 18109 |
blikaars |
kipaars:
kipaars (L331p Swalmen)
|
Aambeien: bes- of knobbelvormige zwellingen van de aders aan de anus of aan het onderste gedeelte van de endeldarm (speen, spenen, blikaar(d)s, aambeien, puisten, bikaards, vijgpuisten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 25111 |
bliksem, bliksemflits |
bliksem:
bliksem (L331p Swalmen),
bliksen (L331p Swalmen),
bliksəm (L331p Swalmen),
bliksemstraal:
bliksemsjtraol (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen)
|
bliksem [SGV (1914)] || bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
| 19371 |
bliksemafleider |
bliksemafleider:
bliksemaafleider (L331p Swalmen)
|
Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 25113 |
bliksemen |
bliksemen:
’t bliksemt (L331p Swalmen, ...
L331p Swalmen)
|
bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
| 22353 |
blindemannetje spelen |
blinddoekje:
blenjtd"kskə (L331p Swalmen),
blindemannetje:
blinjemenke (L331p Swalmen)
|
Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|