e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
versieren (met bloemen) opsieren: Wie dr fieftig waerde, haje ze de ganse gevel opgesierd.  opsiere (Swalmen), optuigen: ne Wage veur de optoch -; de kersboum -.  optuge (Swalmen), sieren: siere (Swalmen), Ze höbbe gesierd (het huis versierd).  siere (Swalmen), versieren: versiere (Swalmen, ... ) Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)] || Opsieren, versieren. || Optuigen, versieren. || Sieren, versieren. || Versieren. III-3-2
versiering op de vertikale paal in een schuurpoort stijpteken: štiptɛi̯kǝ (Swalmen) Op de vertikale paal in een schuurpoort, de losse paal waar de poort tegen gesloten wordt, is een enkele keer een versiering aangebracht, religieuze voorstellingen (bijv. een miskelk), initialen en/of een jaartal. Dit komt echter bijzonder weinig voor. Zie afbeelding 19. [N 5A, 93c] I-6
versiersel smuk (<du.): sjmoek (Swalmen) voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3
verslachten afslachten: āfgǝšlax (Swalmen) Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97] II-1
versleten versleten: versjlete (Swalmen) door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] III-1-3
verspreid gras sprei: špręi̯ (Swalmen) Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98] I-3
verstand kopje: köpke (Swalmen), verstand: vèrsjtandj (Swalmen) het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] III-1-4
verstandig verstandig: verštenjig (Swalmen), vèrsjtènjig (Swalmen) een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstandskies verstandstand: versjtandjstandj (Swalmen) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1
verstekhaak verstekhaak: vǝrštekhǭk (Swalmen) Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e] II-11