e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlekje op de neus snep: šnɛp (Swalmen) Witte aftekening tussen neusvleugels en bovenlip. [N 8, 27c] I-9
vlekziekte brand: branjtj (Swalmen), brānjtj (Swalmen), vlekkenkrankheid: vlɛkǝkraŋkhęi̯t (Swalmen), vlekziekte: vlɛkzēktǝ (Swalmen) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vleugel vlerk: vlerke (Swalmen), vleugel: vleugel (Swalmen, ... ) Hoe heet de vleugel van een duif? [N 93 (1983)] || vleugel: elk der beide lichaamsdelen van vogels die hun tot vliegen dienen (wiek, zwing, vlerk, vleugel) [N 83 (1981)] III-3-2, III-4-1
vleugels in de wanmolen vleugels: vlø̄.gǝls (Swalmen), vlø̄gǝls (Swalmen) De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
vliegen, weven van een vlieg vliegen: WLD  vleege (Swalmen), zoeven: zōēve (Swalmen) Hoe noemt u draaiende bewegingen maken om iemands hoofd, gezegd van een vlieg of mug (weven) [N 83 (1981)] III-4-2
vliegend ongedierte ongesiefer: ongesiefer (Swalmen) vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
vliegennet vliegengaren: vlēgǝgārǝ (Swalmen) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vliegenraam, hor hortje: hēūrtje (Swalmen) Vlechtwerk van metaaldraad in een raam gevat dat voor een venster wordt gezet om het binnenvliegen van insekten te beletten (hor, horretje, zeef, draad) [N 79 (1979)] III-2-1
vlieger windvogel: wendjvōgəl (Swalmen), windjvogel (Swalmen), windjvoogəl (Swalmen), [Met afbeelding].  windjvogel (Swalmen) Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] || Vlieger. III-3-2
vliegezwam vliegezwam: vlegerzjwam (Swalmen), WLD  vleegezwam (Swalmen) Vliegenzwam: een giftige paddestoel met een melkblanke steel, een helrode tot oranje hoed met witte schubjes, een kraag om de steel en een gerande knol; insekten sterven als zij erop gaan zitten (vliegendood, vliegenkampernoelie, duivelskers). [N 92 (1982)] III-4-3