e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijke kip hoen: hōn (Swalmen) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwenkant vrouwluikant: vrouluujkantj (Swalmen) De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
vrouwenkleren vrouwluikleren: vrouwluu kleijer (Swalmen) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
vrouwenonderhemd? vrouwluihemd: vrouwluuhaemd (Swalmen) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
vrouwziek scherp: sjerp (Swalmen) vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)] III-2-2
vrucht zetten aanzetten: WLD  áánzitte (Swalmen), zetten: zitte (Swalmen) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3
vruchtbare grond goede grond: gōi̯ǝ gronjtj (Swalmen), hofgrond: hǭfgronjtj (Swalmen), vette grond: vɛtǝ gronjtj (Swalmen) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vruchtvlies helm: helm (Swalmen) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)] III-2-2
vuil waterx vuil water: voelwater (Swalmen), vōēlwatər (Swalmen) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuist vuist: vōēs (Swalmen) vuist [N 10 (1961)] III-1-1