e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuistslag op de rug dreun: dreun (Swalmen) slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)] III-3-2
vuurslag tondelstaal: tontjelsjtaol (Swalmen) slagpen, stalen ~ in de tondeldoos (stool, vuurslag) [N 20 (zj)] III-2-1
vuursteen ketssteen: ketsjstein (Swalmen) vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1
vuurtang, sinteltang vuurtang: vy(3)̄rtaŋ (Swalmen) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
vuurtje stoken vuurtje stoken: Sub vuur.  `n vuurke sjtaoke (Swalmen) [Vuurtje stoken]. III-3-2
vuurvast vulmiddel chamotte: šǝmǫt (Swalmen) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor de diverse materialen waarmee de smid de voorstukken van kachels kan opvullen om ze tegen verbranden te vrijwaren. Chamotte is een mengsel van fijngemalen scherven dat vaak aan de klei wordt toegevoegd om deze beter geschikt te maken voor hoge temperaturen. Zie voor het woordtype chamottestenen ook het lemma ɛvuurvaste stenenɛ in WLD ii.8, pag. 70. Asbest is een vezelachtige, onbrandbare stof die in de vorm van platen ook als warmte-isolatie wordt gebruikt.' [N 33, 314] II-11
vuurvaste tegels plavuizen: plǝvȳzǝ (Swalmen) De vuurvaste tegels waaruit de ovenvloer bestaat. [N 29, 4b; monogr.] II-1
waaienx waaien: wejje (Swalmen), wejjen (Swalmen), wêjə (Swalmen), ⁄t wejdə (Swalmen) het waaide [SGV (1914)] || waaien [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
waaks waaks: waaks (Swalmen) Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)] III-2-1
waarde van 30 stuiver daalder: daalder (Swalmen) waarde van 30 stuiver = F 1,50 [daalder, dolde?] [N 21 (1963)] III-3-1