| 34311 |
zeug met biggen |
eerste zeug:
eerste zeug (L331p Swalmen),
kriem:
krēm (L331p Swalmen),
zeug:
zeug (L331p Swalmen)
|
Vrouwelijk varken dat heeft gejongd. [N 19, 6; L 37, 49c; monogr.]
I-12
|
| 33397 |
zeugekooi |
baggenhorde:
baqǝhōrt (L331p Swalmen),
kriemekooi:
krēmǝkōi̯ (L331p Swalmen),
zeugestal:
zø̄gǝšta.l (L331p Swalmen)
|
De aparte kooi of betimmering in een varkenshok die verhindert dat de zeug de biggen met haar zware lijf dooddrukt. Vroeger werden daarvoor op ongeveer 15 tot 20 cm afstand van de bodem en van de muren van de stal houten balken van ongeveer 12 cm dikte aangebracht. De ruimte tussen balken en vloer kan dan door de biggen als vluchtweg gebruikt worden. Tegenwoordig bevindt de zeug zich in een apart hok, waarvan aan twee kanten de onderste plank ontbreekt zodat de biggen bij de tepels kunnen die door de openingen steken. [N 5A, 62a; N 19, 18; N 76, 41d]
I-6
|
| 19718 |
zeven |
zeven:
zeve (L331p Swalmen),
zêêvə (L331p Swalmen)
|
zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
| 33146 |
zeven met de handzeef |
zeven:
zēvǝ (L331p Swalmen)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
| 17693 |
zeveren |
zeveren:
zeivere (L331p Swalmen)
|
zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
| 21772 |
zich aanstellen |
zich aanstellen:
zich aansjtelle (L331p Swalmen)
|
zich aanstellen [N 102 (1998)]
III-3-1
|
| 18804 |
zich bedenken |
bedenken:
bedinke (L331p Swalmen),
zich bedenken:
zich bedinke (L331p Swalmen)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
bemeujə (L331p Swalmen)
|
bemoeien [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 22007 |
zich bij de prijswinnaars plaatsen |
prijs hebben:
ich höb prīēs (L331p Swalmen)
|
zich bij de prijswinnaars plaatsen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 33860 |
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen |
(zich) vangen:
vaŋǝ (L331p Swalmen),
in de ijzers kappen:
en ǝ īsǝrs kapǝ (L331p Swalmen)
|
[N 8, 75 en 79]
I-9
|