e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zilvervisje zilvervisje: zilvervèske (Swalmen) zilvervisje: Hoe heet het zilverkleurige glanzende insect dat in huis op donkere, vochtige plaatsen voorkomt en leeft van papier, enz. Het is heel snel en lijkt zich voort te bewegen als een vis in het water (--, suikergast, boekworm). [N100 (1997)] III-4-2
zin (lust) zin: zin (Swalmen, ... ) het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)] III-1-4
zindelijk proper: praoper (Swalmen) zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
zingen fluiten: fluite (Swalmen, ... ), zingen: zinge (Swalmen) het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] || Zingen. III-3-2, III-4-1
zinkput sterfput: štę ̞rǝfpøt (Swalmen) Laagste punt in de kleiput, waarin het water samenstroomt. [monogr.] II-8
zinnia (zinnia elegans jacq.) zinnia: sinnia (Swalmen) Zinnia (zinnia elegans). Gave, ongesteelde bladeren met kromme nerven. De bloemstelen zijn aan hun top opgezwollen. De bloemkorfjes zijn gevuld of enkel, met zeer brede lintbloemen van allerlei kleur (zinnia, zonneke, boerinnek, trapdeslevens). [N 92 (1982)] III-2-1
zitbeenderen batsenbenen: batsǝbɛi̯n (Swalmen) Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c] I-11
zitplaats van de duif schapje: sjaepke (Swalmen) de zitplaats van de duif? [N 93 (1983)] III-3-2
zitten zitten: zittə (Swalmen) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zitvlak van een broek boksenbodem: bóksebaom (Swalmen) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3