e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuchten kuimen: kūūme (Swalmen) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen zuiken: zoeke (Swalmen, ... ), zōēke (Swalmen), zūkə (Swalmen) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] || zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuigfles fles: fles (Swalmen), pulle (du.): poel (Swalmen) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)] III-2-2
zuinig zuinig: zuunig (Swalmen, ... ) van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)] || zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zuiveren knoeien: knoeien (Swalmen) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11
zure haring zure haring: zoere hering (Swalmen), zoerə hééring (Swalmen) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zure oprisping zuurbranden, het -: zoer branje (Swalmen), zoerbranje (Swalmen) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2
zuring, groente zuring: zuring (Swalmen) Zuring die als groente wordt gekweekt [N 14 (1962)] I-7
zuur oprispen branden, zuur -: zoer branje (Swalmen) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
zuurbes kwee: kweeje (Swalmen), WLD  kweeje (Swalmen) Zuurbes: gedoornde struik, 1-2 m hoog; geelgrauwe takken, heeft gele kogelvormige bloemen in tot 4 cm lange trossen; scharlakenrode bessen, langwerpig en 8-13 mm lang die ook s winters nog aan de struik staan (berberissen, barbarinneke, versilts, kweedoo [N 82 (1981)] III-4-3