e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwik zwik: zwek (Swalmen) De iets naar buiten staande punt van een hoefnagel. [N 33, 369] II-11
zwik van de wagen zwik: žwek (Swalmen) De dwarsbalk die de vorkhouten onder de bak van de langwagen met elkaar verbindt. [N 17, 42 + 44d; N G, 70f; JG 1b; monogr] I-13
zwoegen poejakken: poejakke (Swalmen), poejákke (Swalmen), zich uitsloven: oetsjlôove (Swalmen), zich weren: zich waere (Swalmen) hard werken [zwoegen, wroeten, adammen, muiken, ploeteren, trimmen, porren] [N 85 (1981)] || zich bijzonder inspannen, erg veel moeite doen [zich weren, zich uitsloven, weerbieden] [N 85 (1981)] III-1-4
zwoord zwaard: schwaard (Swalmen), zjwaars (Swalmen, ... ), zwaard (Swalmen), Mv. zjwaa.rze  zjwaard (Swalmen), mv. zjwaa.rze  zjwaars (Swalmen) De zwoord, van het spek (zwaart, zwaort?) [N 16 (1962)] || zwoerd (van spek) [N 07 (1961)] || zwoord (spek~) [SGV (1914)] III-2-3
één frank frank: frang (Swalmen) 1 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1