e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diabolo bolo: bōlō (Swalmen), diabolo: diabolo (Swalmen) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
diarree aan de schijt zijn: ānǝ šīt zēn (Swalmen), aan de/het schijt: ānǝ šīt (Swalmen), schijt: aane sjēēt (Swalmen), vlotte, de -: flòtte (Swalmen) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] I-11, III-1-2
dief dief: deef (Swalmen) dief [SGV (1914)] III-3-1
dienst dienst: deens (Swalmen) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienstplicht doen dienen: dèène (Swalmen) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
dienstplicht moeten doen opmoeten: opmôtte (Swalmen) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
diep diep: dēp (Swalmen) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
dier, beest beest: beest (Swalmen), dier: (deer) (Swalmen) dier [SGV (1914)] III-4-2
dij dij: diejə ? (Swalmen), dik van het been: diek v.t. been (Swalmen) dij [SGV (1914)] || dijen [SGV (1914)] III-1-1
dijk dijk: díék (Swalmen) een weg tussen twee sloten (dijk) [N 90 (1982)] III-3-1