20547 |
olie |
olie:
aolie (Q032b Sweikhuizen)
|
olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
23479 |
omheining van het kerkhof |
tuin:
WNT: tuin, I. Datgene wat tot af- of omperking dient.
toen (Q032b Sweikhuizen)
|
De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21845 |
onbeleefd |
ongebeed:
ongəbiead (Q032b Sweikhuizen)
|
niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21846 |
onbeschaafd |
boerachtig:
boerətig (Q032b Sweikhuizen)
|
ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
25149 |
onbewolkt |
klaar:
klaor (Q032b Sweikhuizen)
|
wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24637 |
ondereinde van de stam |
kont:
WLD
kóntj (Q032b Sweikhuizen)
|
Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
23417 |
onderkerk |
onderkerk:
ongerkirk (Q032b Sweikhuizen)
|
De ruimte, de kelder onder de gehele kerk [onderkerk?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23486 |
ongewijde aarde |
ongewijde grond:
ongewiejde gróndj (Q032b Sweikhuizen),
ongezegende grond:
ongezaegende grondj (Q032b Sweikhuizen)
|
Het deel van het kerkhof dat vroeger diende als begraafplaats a) voor ongedoopt gestorven kinderen, b) evt. voor iemand die zelfmoord had gepleegd, c) evt. voor een gevonden maar niet geïdentificeerd lijk [ongewiejde èèrd, ...buiten de heg", verloren kerk [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20922 |
onrijp |
groen:
WLD
greun (Q032b Sweikhuizen)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
WLD
greun (Q032b Sweikhuizen)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
I-7
|