28447 |
raat |
raat:
roǝt (L246a Swolgen),
rǭt (L246a Swolgen)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
roaje (L246a Swolgen),
met lengteteken op de ä en ö
räöje (L246a Swolgen)
|
raden (ww.) [SGV (1914)] || raden, raad geven
III-1-4
|
33577 |
radijs |
radijs:
radies (L246a Swolgen)
|
I-7
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
riffele (L246a Swolgen),
riffelen:
refǝlǝ (L246a Swolgen)
|
rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenjager:
spenəjēͅgər (L246a Swolgen),
spenəjɛ̄gər (L246a Swolgen)
|
raagbol [SGV (1914)]
III-2-1
|
19433 |
ramen lappen |
zemen:
ziəmə (L246a Swolgen)
|
zemen
III-2-1
|
19977 |
rammelaar |
rammel:
remmel (L246a Swolgen)
|
mannetje v haas of konijn
III-2-1
|
24626 |
rank |
rank:
rang (L246a Swolgen),
rank (L246a Swolgen),
reng (mv.):
rĕng (L246a Swolgen)
|
rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)]
III-4-3
|
33580 |
ranken van de wingerd |
rank:
rang (L246a Swolgen)
|
I-7
|
20515 |
ranzig |
garst:
garst spek: ranzig spek
garst (L246a Swolgen),
garstig:
garstig spĕk (L246a Swolgen)
|
garstig spek [..] [SGV (1914)] || ranzig
III-2-3
|